



Graad: 2 | Finaliteit: Doorstroom | Domein: Maatschappij en welzijn
In de studierichting Maatschappij- en welzijnswetenschappen combineer je een brede algemene vorming met sociologie, psychologie en filosofie. Je bent in staat om op een wetenschappelijke manier mens en samenleving te analyseren. Je hanteert menswetenschappelijke concepten op een abstracte manier. Je gaat dieper in op sociologie en psychologie. Kortom: je wil alle aspecten van het menselijk bestaan bestuderen en begrijpen.
In deze studierichting bouw je verder op de stevige theoretische basis die je opdeed in de eerste graad. De basisvorming die wordt aangeboden is dezelfde als in de andere studierichtingen binnen een domeingebonden doorstroomfinaliteit. Daarnaast bevat de studierichting Maatschappij- en welzijnswetenschappen specifieke vakken en doelstellingen
In het richtingsvak sociologie en psychologie bestudeer je de mens in al zijn facetten. Je benadert de psychologische en sociologische theorieën vanuit de actualiteit, voorbeelden en ervaringen die eigen zijn aan de leefwereld van de jongeren.
In de component psychologie heb je onder andere aandacht voor:
In de component sociologie bestudeer je:
In de studierichting Maatschappij- en welzijnswetenschappen krijg je dezelfde leerstof te verwerken als de leerlingen Humane wetenschappen. Hiervoor krijg je wel 4 extra graaduren.
In het richtingsvak filosofie maak je onder andere kennis met het filosoferen over de mens, de wereld rondom ons, het goede en het kwade, het geluk en de zin van het leven. Hierbij vertrek je altijd van de eigen leefwereld om van daaruit de brug te maken naar een filosofische vraag waarbij er ook aandacht is voor de filosofische grondteksten. Volgende vragen zullen aan bod komen:
Het verschil met het vak filosofie in de studierichting Humane wetenschappen is te vinden in de abstractie- en complexiteitsgraad. In de studierichting Maatschappij-en welzijnswetenschappen wordt er in het vak filosofie meer gewerkt vanuit voorbeelden en concrete toepassingen uit de leefwereld van de leerling.
Vak |
3de jaar | 4de jaar |
godsdienst | 2 | 2 |
lichamelijke opvoeding | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 |
Engels | 2 | 2 |
Frans | 3 | 3 |
wiskunde | 4 | 4 |
natuurwetenschappen: - biologie - chemie - fysica |
1 1 1 |
1 1 1 |
aardrijkskunde | 1 | 1 |
geschiedenis | 1 | 1 |
artistieke vorming | 1 | - |
mens en samenleving | - | 1 |
kompas | 1 | 1 |
inleiding filosofie | 2 | 2 |
sociologie en psychologie | 5 | 5 |
labo maatschappij en welzijn | 1 | 1 |
Totaal | 32 | 32 |
Na het vierde jaar ga je logisch naar:
Je kan ook overschakelen naar:
Andere overgangen bespreek je
met je pedagogisch directeur.